N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Abel Herzberglezing Frans Timmermans (GroenLinks/PvdA) hield in de Rode Hoed een geestdriftig pleidooi voor het politieke midden, maar was kritisch op de nieuwe aandacht voor gemeenschapszin bij Omtzigt en Van der Plas. „Gemeenschap staat tegenover egoïsme, niet tegenover het individu.”
In zijn eerste grote toespraak als lijsttrekker van GroenLinks/PvdA heeft Frans Timmermans een pleidooi gehouden voor het brede politieke midden. Links moet „niet alleen de wil hebben te overtuigen, maar ook de bereidheid hebben overtuigd te worden”, zei Timmermans zondagmiddag in De Rode Hoed in Amsterdam. Daar sprak hij de jaarlijkse Abel Herzberglezing uit.
Alleen als linkse partijen compromissen sluiten met andere partijen in het politieke midden, kan volgens Timmermans vooruitgang worden geboekt, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat of sociaal-economisch beleid. „Herverdeling is een noodzakelijk gegeven bij iedere politieke keuze die gemaakt moet worden. Over de richting en de mate van herverdeling zullen compromissen gesloten moeten worden.”
Timmermans zei dat politici vooral moeten luisteren, en niet vast moeten zitten in hun eigen gelijk. Zo was hij zelf van zijn ideeën over Zwarte Piet afgekomen. Hij had het over „het neo-puriteinse gedram dat sommige zaken niet meer gezegd of getoond mogen worden”. „Ik zou niet zijn wie ik ben zonder Monty Python, Koot en De Bie, Jiskefet, Robin Williams, Billy Connolly of Ricky Gervais.”
De 62-jarige scheidend Eurocommissaris presenteerde zich als een pragmatisch politicus, voor wie de uitkomst belangrijker is dan principes. Hij voelt zich thuis in het politieke centrum, al waarschuwde hij voor conservatieve partijen die het midden verlaten en de flanken opzoeken. „Ik hoop vurig op een conservatisme dat het midden niet verlaat, dat de luiken niet sluit, dat diversiteit en modernisering als kansen ziet, ook voor de eigen politieke toekomst.” Timmermans noemde geen namen.
Kritiek op gemeenschapsdenkers
Ondanks zijn verzoenende boodschap creëerde hij wel een grote afstand tussen zijn mens- en maatschappijbeeld en dat van bijvoorbeeld Pieter Omtzigt en Caroline van der Plas. Omtzigt en Van der Plas, met in hun kielzog andere partijen, pleiten voor een terugkeer van gemeenschapszin in de samenleving.
Timmermans verzette zich daar juist tegen, en benadrukte voortdurend het belang van individuele vrijheden. Timmermans zei: „Wij moeten ervoor waken dat [met gemeenschapszin] niet een gesloten gemeenschap ontstaat. We moeten de vele verworvenheden op het vlak van individuele vrijheden koesteren en verder uitbouwen. De gemeenschap staat tegenover egoïsme, niet tegenover het individu.”
De lijsttrekker hoort soms mensen zeggen dat de ‘open samenleving’ ook heeft gezorgd voor een afgenomen gevoel van gemeenschap. Dat is een valse voorstelling van zaken, zei hij. Hij haalde, zonder concreet te worden, buitenlandse „autocraten” aan die „altijd dezelfde faustiaanse deal aanbieden: geef me je vrijheid en ik geef je er veiligheid en geborgenheid voor terug. Te vaak is het ze gelukt mensen hiervoor te strikken. Eenmaal gestrikt, worden ze steeds strakker in een keurslijf van onvrijheid gedwongen, als een soort autocratisch klikfonds.”
Autocraten bieden altijd dezelfde faustiaanse deal aan: geef me je vrijheid en ik geef je er veiligheid en geborgenheid voor terug
Frans Timmermans
Na afloop van de toespraak, in gesprek met de zaal, zei Timmermans hierover dat hij „zéér voor” de gemeenschapszin van Omtzigt en het noaberschap van Van der Plas is, maar dat die nooit mogen leiden tot „het opofferen van individuele vrijheden”, zoals het homohuwelijk.
In zijn hele toespraak legde Timmermans opvallend sterk de nadruk op individualisme. Zo had hij het erover dat niet je achtergrond of sociale groep – je ‘thuis’ – bepaalt wie je bent, maar je eigen keuzes. Hij ziet dat „iedere reactionaire beweging” juist het tegenovergestelde beweert: „Je handelen wordt gedefinieerd door je identiteit, in plaats van dat je identiteit wordt gevormd door je handelen.”
‘In de mens zit een beter ik’
Hij ziet veel chagrijn en „korte lontjes” in de Nederlandse samenleving, maar die hebben volgens hem niet te maken met vervagende gemeenschapszin, maar met „weggespoeld zelfvertrouwen”. In de mens zit „een beter ik”, zei de lijsttrekker. „Als we ons betere ik weer meer ruimte geven, zal dit ons zelfvertrouwen goed doen en zal ons onderlinge vertrouwen groeien.”
Na afloop zei Timmermans dat hij geen partijpolitieke toespraak wilde houden, maar een persoonlijk verhaal wilde vertellen. Toch raakte de nieuwe partijleider met zijn toespraak aan een oud cultureel verschil tussen PvdA en GroenLinks. De sociaal-democratische PvdA kent van oudsher een collectivistische traditie, waarbij het vooral draait om herverdeling van schaarse middelen. GroenLinks heeft, zeker sinds het leiderschap van Femke Halsema (2002-2010), een liberalere kijk op de mens, en benadrukt traditioneel meer individuele vrijheden. In die zin was Timmermans’ verhaal (zelf een politicus met een PvdA-achtergrond) meer ‘GroenLinks’ dan ‘PvdA’.
Overigens kwam het woord ‘links’ maar één keer voor in Timmermans’ toespraak. Dat was toen hij zijn „politieke vader”, PvdA-minister Max van der Stoel, citeerde: „Wie links wil handelen, moet weten hoe rechts denkt.”
Lees ook dit profiel: Zijn ego kan Frans Timmermans soms in de weg zitten